Parasha Va'era - De sterke man

Gewapend met tekenen en wonderen, vocht Mozes met Farao, zijn tovenaars en de goden van Egypte. De tovenaars van Egypte gaven hun nederlaag toe toen zij verklaarden: "Dit is de vinger van God" (Exodus 8:19). Yeshua verwees naar dezelfde passage om uit te leggen hoe Hij boze geesten uitdreef en de zieken genas: door de vinger van God (Lukas 11:20)

Net als Mozes in Egypte, leefde Yeshua onder ons mensen en Zijn autoriteit werd zichtbaar door wonderen en tekenen. Hij dreef demonen uit en bevrijdde Gods volk van onderdrukking. Hij vertelde de Farizeeën: "Als Ik de demonen door de vinger van God uitdrijf, dan is het koninkrijk van God over u gekomen" (Lukas 11:20). Hij gaf een gelijkenis om het uit te leggen:

Wanneer een sterke man, volledig bewapend, zijn eigen huis bewaakt, blijven zijn bezittingen onder zijn beheer. Maar wanneer iemand sterker is dan hij hem aanvalt en overmeestert, neemt hij hem al zijn wapenrusting af waarop hij had vertrouwd en verdeelt zijn buit. (Lukas 11:21-22)

De gelijkenis illustreert het conflict tussen het koninkrijk der hemelen en het koninkrijk der duisternis. De sterke man komt overeen met satan. Deze huidige wereld verwijst naar zijn huis. Zijn bezittingen zijn mensen. Yeshua vergeleek Zichzelf met de rover. Net zoals een rover de sterke man vastbindt en zijn bezittingen meeneemt, bond Yeshua de tegenstander vast en nam Zijn volk mee. Door de demonisch bezeten heerser te ontdoen van de geesten die hem sterkten in zijn kwaad, werd het huis van de sterke man door YAHWEH beroofd.

We lezen wat eraan vooraf ging als gevolg van het bezoek van Mozes en Aäron aan de Farao:

De Israëlische voormannen waren op begrijpelijke manier opgekomen voor het geplaagde volk. Dat lezen we in de verzen 15 en 16. Maar de Farao trok zich niets daarvan aan. Hij verzwaarde de slavendienst zonder enig erbarmen.

Arme Mozes!                                                                                                                  Zijn problemen begonnen nu pas. Hij was voorbereid op de afwijzing die hij zelf van Farao had ontvangen, want YAHWEH had duidelijk gezegd dat Hij het hart van de koning zou verharden. Maar, voor zover Gods Woord ons informeert, was hem niet verteld dat hij ontmoediging en tegenstand van zijn eigen broeders zou ontmoeten. Een echte beproeving was dit voor Gods dienaar, want het is veel moeilijker om bekritiseerd te worden door onze eigen broeders, door hen die wij graag willen helpen, dan om vervolgd te worden door de wereld. Maar het moet genoeg zijn voor de dienaar om als zijn meester te zijn (Mattheüs 10:25). 

De Heer Zelf werd gehaat door zijn eigen broeders naar het vlees, en juist degenen wie Hij in niet aflatende genade had gediend, riepen unaniem: "Kruisig Hem".

De Joden, bang om Farao's heerszucht verder aan te wakkeren,  protesteerden tegen Mozes: "Kan een slaaf twee meesters dienen? Wij zijn slaven van Farao en zijn bang om zijn wetten te overtreden." Yeshua zegt: "Niemand kan twee meesters dienen; want hij zal óf de ene haten en de andere liefhebben, óf zich aan de ene wijden en de andere verachten" (Mattheüs 6:24).

Israël kon niet zowel Farao als God dienen. En wij kunnen ook geen twee meesters dienen.

De gelijkenis van de sterke, gewapende man in Lukas 11  roept het werk van Mozes in Egypte op. De sterke man in de eindtijd, door de Bijbel antichrist genoemd,  komt overeen met Farao. Egypte is het huis van Farao. Zijn bezittingen waren de kinderen van Israël. Mozes kwam in zijn optiek als een rover. Door de kracht van God bond hij Farao, zijn tovenaars en zijn goden vast en liep weg met zijn bezittingen.
De antichrist aan het eind van deze tijd is een politiek en religieus sterke man, die al vooraf gegaan is door vele antichristen. Maar die laatste zal Israël en de wereld op een fantastische, maar wrede manier regeren. Hij is de Beëlzabul (op Beëlzabub) die in de gelijkenis van 'de sterke gewapende man' in Lukas 11 door de farizeeën ten onrechte genoemd werd als de demon die Yeshua macht geeft om wonderen te doen.  

Wanneer Yeshua terugkeert, zal Hij opnieuw als een dief in de nacht komen om het huis van de tiran te plunderen.

In vers 19 zien we de overeenstemming met het hier eerder genoemde tekstgedeelte uit Mattheüs 10:25  (een dienaar staat  niet boven zijn heer) met die onwaarachtige beschuldiging dat Yeshua zijn macht zou ontvangen van Beëlzebul, een Palestijnse god/demon. 
Zie je in vers 20 dat Yeshua dezelfde uitdrukking "de vinger van God" gebruikt als de tovenaars bij de Farao in Exodus 8:19? Deze gelijkenis heeft alles met het gebeuren bij de Farao in Egypte te maken. 
Zo satanisch verwarrend kunnen mensen de ware God en de afgoden vermengen. Zo verwarrend zal het ook in de eindtijd zijn, als de antichrist zich zal laten aanbidden in de tempel van Jeruzalem, waarvoor complete bouwplannen zijn uitgevoerd en klaarliggen.
Maar Yeshua zal hem doden met de adem van Zijn mond (2 Thess. 2:8), en met hem zijn aanhangers. Zoals God de Farao en zijn legermacht heeft laten verdrinken in de Rode Zee (Rietzee). Maar wie bij God hoorden, de Israëlieten, bereikten veilig de overkant. 

Dat die antichrist er komt heeft Yeshua zelf aangekondigd:

Johannes 5:43 Ik ben gekomen in de Naam van Mijn Vader, maar u neemt Mij niet aan. Als een ander komt, in zijn eigen naam, die zult u aannemen.
Deze geschiedenis heeft ons veel te zeggen over de eindtijd. Laten we ons ringeloren door de sterke, gewapende man of kiezen we voor Hem die Zijn leven voor ons gaf om ons in de vrijheid van God te zetten? Zijn we bereid om daarvoor verdrukking en afwijzing te accepteren? Want een dienaar staat niet boven zijn meester! Yeshua zei:  

Johannes 15:18 Als de wereld u haat, weet dat zij Mij eerder dan u gehaat heeft.
19. Als u van de wereld zou zijn, zou de wereld het hare liefhebben, maar omdat u niet van de wereld bent, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat de wereld u.
20. Herinner u het woord dat Ik u gezegd heb: Een dienaar is niet meer dan zijn heer. Als zij Mij vervolgd hebben, zullen zij ook u vervolgen; als zij Mijn woord in acht genomen hebben, zullen zij ook het uwe in acht nemen.

Een artikel van FFOZ door mij vertaald, bewerkt en aangevuld. Ida

Maak jouw eigen website met JouwWeb