Geloofsvervolging India
Honderden kerken zijn in brand gestoken en meer dan zestigduizend mensen zijn uit hun huizen verdreven in de Indiase deelstaat Manipur. Voorganger Mang Haokip studeert in Nederland; zijn vrouw en dochter zijn nog daar. ‘In deze situatie zeggen we niet meer: God zegene je.’
Verslag Bas Meeuse ND
zaterdag 14 oktober 2023
Mang Haokip vertelt:
‘Mijn vrouw en dochter moesten vluchten uit ons dorp. Zij verstopten zich in het bos, terwijl ik machteloos in Nederland zat. Het enige wat ik kon doen, was bidden.’ Met zachte stem vertelt Mang Haokip hoe zijn dorp en de kerk waar hij voorganger was, volledig zijn vernietigd. ‘Voordat ze ons huis in brand staken, namen ze alle waardevolle spullen mee.’
Haokip komt uit Manipur, in het uiterste noordoosten van India. In dit gebied zijn de afgelopen maanden meer dan driehonderd kerken in brand gestoken, meer dan honderd christenen gedood en ruim zevenduizend huizen vernietigd.
‘Meer dan zestigduizend mensen uit mijn stam zijn daardoor dakloos. De meesten van hen zitten in vluchtelingenkampen. De regering van de staat Manipur doet niets om hen te helpen, het zijn vooral de hulporganisaties die ons hulp bieden. Maar zolang de regering niet ingrijpt, komt er geen echte verandering in de situatie.’
‘Een van de eerste christenen in ons dorp en de eerste van mijn familie die christen werd, was mijn opa’, vertelt Haokip (32). ‘Hij was voorganger en daardoor groeide ik op in een christelijke familie en in een evangelische kerk. Maar tot 2011 deed ik niet zoveel met mijn geloof. In dat jaar was ik op een zomerkamp en daar opende God mijn oren voor het evangelie. Ik accepteerde Jezus als mijn persoonlijke redder en vanaf dat moment wilde ik Hem dienen.’
Haokip ging theologie studeren en in 2016 werd hij voorganger in Aihang, een christelijk dorp, waar voornamelijk mensen uit de Kuki-stam woonden.
‘We zijn een minderheid in Manipur, met zo’n 16 procent van de bevolking. Omdat we officieel zijn geregistreerd als stam, hebben we bepaalde voordelen. Zo krijgen we extra overheidssteun en voorrang in bepaalde beroepen.’
de hel breekt los
Het geweld tegen de Kuki - de stam waarvan ook Haokip deel uitmaakt - begint op 3 mei, na een uitspraak van het hooggerechtshof van de deelstaat. Daarin wordt besloten dat de Meitei, de grootste bevolkingsgroep in Manipur, ook op de lijst met erkende stammen komt. ‘De Meitei hebben al erg veel privileges’, stelt Haokip. ‘Ze hangen de meerderheidsreligie aan, het hindoeïsme, en zijn ook in aantal in de meerderheid. Daarom was er een protest van Kuki-jongeren tegen de uitspraak op 3 mei, in de stad Imphal.’
Onder andere die protestbetoging is aanleiding voor Meitei-groepen om huizen van Kuki-inwoners en christelijke instellingen aan te vallen. ‘De meeste mensen van onze stam die wat rijker zijn, hoger opgeleid zijn of posities in de regering hebben, wonen in Imphal. De Meitei beginnen op 3 mei in het hart van onze stam. Ze vallen niet de kwetsbaren aan, maar de machtigen, en ze vernietigen of roven hun bezittingen, verkrachten hun vrouwen en mishandelen de mannen. Het stadsbestuur doet er weinig tot niets aan.’
De volgende dag breekt de hel los voor de familie van Haokip. Zelf is hij op dat moment in Nederland, waar hij studeert aan het Tyndale Theological Seminary, een internationale theologische opleiding in Badhoevedorp. ‘Rond een uur of een ‘s middags komen duizenden in het zwart geklede hindoe-radicalen naar Aihang. Dat is het dorp waar ik voorganger was. Er zijn daar ongeveer honderdtien huishoudens, allemaal christelijk. Mijn hele familie woont in dat dorp, inclusief mijn vrouw Nengboi Haokip (28) en driejarige dochtertje Anun. Ze weten niet waar ze heen moeten als ze al die hindoe-radicalen aan zien komen, dus ze vluchten naar het bos en verspreiden zich daar. Mijn oom filmt vanuit het bos hoe ons dorp in vlammen opgaat.’
‘Mijn vrouw had niet lang daarvoor een ontsteking aan haar blindedarm, waarna die was verwijderd. Ze was nog erg zwak en totaal niet hersteld. Mijn moeder was ook niet gezond. Ze heeft veel last van haar rug en kan niet snel bewegen. Maar ze moesten naar dat bos om in veiligheid te komen.’
Van een afstand ziet zijn vrouw hun hele hebben en houden in vlammen opgaan. ‘Ik voelde me compleet hulpeloos, maar mijn stam was nog veel hulpelozer in die situatie. Toen ik contact met mijn familie kreeg, heb ik hen bemoedigd met het Woord van God en gezegd dat ze samen moesten bidden. Ik heb ook samen met mijn docenten en medestudenten hier in Nederland gebeden. Meer konden we niet doen, maar dat voelde zo ontzettend machteloos.’
een betere toekomst
Vanwege de crisis sluit de regering in Manipur het internet af, waardoor het twee maanden lang moeilijk is voor Haokip om contact te krijgen met zijn vrouw. ‘We hadden wel een app waardoor we contact konden hebben als ze netwerk had, maar dat was heel duur.’ Op de avond van 4 mei vluchten zijn vrouw en familie verder, naar een naburig christelijk dorp. Maar ook daar zijn ze niet veilig, als steeds meer dorpen ten prooi vallen aan de Meitei-radicalen.
Na verschillende korte verblijven in dorpjes, komen ze in Churachandpur, een grote stad in Manipur, waar de Kuki in de meerderheid zijn. ‘Mijn vrouw en dochter wonen daar nu in een appartement. Ik ben hier fulltime gaan werken in de McDonald’s, om ervoor te zorgen dat ze dat kunnen betalen. Veel mensen wonen in vluchtelingenkampen.’
Inmiddels heeft zich een geografische scheiding afgetekend tussen de Meitei en de Kuki. De Meitei zijn voor het grootste deel naar de vallei van Imphal getrokken, de Kuki naar de heuvelachtige gebieden in de omgeving. ‘Maar het geweld is nog niet gestopt. Er vinden nog geregeld aanvallen plaats op Kuki-mensen in de heuvels, door Meitei. Ze blijven onze huizen afbranden, ons vermoorden en onze vrouwen verkrachten.’ De Kuki pleiten nu bij de Indiase regering voor een eigen staat of territorium. ‘Voor blijvende vrede is het noodzakelijk dat we een eigen bestuur krijgen.’
'We hebben niemand die ons steunt, niemand die onze stem laat horen. We hebben alleen de levende God.’
‘In deze situatie is het ontzettend moeilijk om als begroeting te zeggen: God zegene je. We vragen ons ook echt af: God, waarom moet dit ons overkomen? Maar we geloven altijd dat God een beter plan heeft voor ons. Ons leven eindigt niet hier op aarde, we hebben iets beters in de toekomst. We hopen op God. Daarmee bemoedigen we elkaar. We zeggen dus niet: God zegene je. We zeggen: God heeft een beter plan voor ons, voor jou, en ons leven eindigt niet hier. We moeten op Christus hopen.’
Voor Haokip voelt het alsof niemand de Kuki ziet of hoort. ‘We hebben niemand die ons steunt, niemand die onze stem laat horen. We hebben alleen de levende God, en Hij kan alles doen. Dus we moeten altijd tot God bidden, dag en nacht. Wanneer je maar tijd hebt, bid tot God en zoek hulp van de Heer. God zal een beter plan laten zien. Onze enige hoop is in God.’
verkrachtingen en moorden
Behalve over zijn eigen familie, weet Haokip van nog meer schrijnende gebeurtenissen. ‘Er is een zevenjarig jongetje verbrand door de Meitei. Hij had een kogel in zijn hoofd gekregen bij een schietpartij, maar hij leefde nog. Zijn vader was een Kuki-christen, maar zijn moeder was Meitei. Ze dachten dus dat hij wel naar het ziekenhuis gereden kon worden in een ambulance. Maar onderweg werd de ambulance overvallen en in brand gestoken. Met de jongen, zijn moeder en zijn tante - ook een Meitei - erin.’
Bij een ander incident op 4 mei, daags na het begin van de rellen, werden twee Kuki-vrouwen naakt rondgeparadeerd door een Meitei-menigte. Een video van dit voorval ging rond op sociale media, wat in heel India veel losmaakte. Premier Narendra Modi reageerde pas twee maanden na de gebeurtenis; hij zei dat het incident India schande had toegebracht en dat de schuldigen niet gespaard zouden worden. Daarvóór sprak hij zich niet uit over het geweld in Manipur.
‘Honderden mannen en vrouwen waren bij het incident betrokken’, stelt Haokip. ‘De twee vrouwen werden verkracht. Uiteindelijk zijn er maar zeven mensen gearresteerd door de politie. Honderden anderen die erbij waren en meewerkten, werden niet opgepakt. Deze vrouwen hebben geen gerechtigheid gekregen.’
Dit is geen conflict tussen twee religieuze groepen, maar een etnische reiniging van de Kuki-christenen door de Meitei-hindoemeerderheid.’
Haokip is zichtbaar aangeslagen door wat zijn stam overkomt.
‘Het lijkt wel of de regering niets doet. Er zijn zelfs filmpjes dat de staatspolitie de menigten aanvoert. Veel politieagenten zijn ook van de Meitei-gemeenschap en dat geldt ook voor een belangrijk deel van de regering in Manipur. Een van de grootste problemen is dat je je eigen regering niet kunt vertrouwen, zelfs de politie niet. Ze zouden ons moeten beschermen tegen dit geweld, maar dat gebeurt niet.’
‘Ondanks wat de Kuki allemaal is aangedaan, zijn hindoetempels in gebieden waar de Kuki in de meerderheid zijn, nog steeds veilig en heel. Wij respecteren de religie en heilige plaatsen van anderen. Dit is geen conflict tussen twee religieuze groepen, maar een etnische reiniging van de Kuki-christenen door de Meitei-hindoemeerderheid.’
geen vrede
Begin september luidden experts van de Verenigde Naties de alarmklokken. ‘We zijn geschokt door de berichten en beelden van gendergerelateerd geweld tegen honderden vrouwen en meisjes van alle leeftijden, voornamelijk van de etnische Kuki-minderheid. Het vermeende geweld omvat groepsverkrachtingen, het naakt op straat paraderen van vrouwen, zware mishandelingen met de dood tot gevolg en het levend of dood verbranden van vrouwen.’
De experts drukten uit ‘serieuze zorgen’ te hebben over ‘het trage en inadequate antwoord van de regering van India om fysiek en seksueel geweld en haatzaaien in Manipur in te dammen’.
India noemde het rapport van de VN ‘ongerechtvaardigd, aanmatigend en misleidend’. De regering stelde dat de situatie in Manipur ‘vredig en stabiel’ is en zei dat ze actie onderneemt om dat zo te houden.
De Indiase voorganger Mang Haokip maakt zich zorgen over zijn vrouw en dochter. En over alle christenen in zijn regio.
Het Europees Parlement nam een resolutie aan waarin het geweld een gevolg werd genoemd van ‘verdeeldheid zaaiende beleidsmaatregelen die de hindoeïstische meerderheid bevoordelen’. India reageerde daarop door te zeggen dat ‘deze bemoeienis met India’s binnenlandse aangelegenheden onacceptabel is, en een koloniale mentaliteit laat zien’.
‘Ik zie de internationale aandacht als een van de manieren waarop God ons gebed verhoort’, zegt Haokip. ‘India doet echter niets; ze zeggen zelfs dat er vrede is, maar er is nog helemaal geen vrede.’
geen kerkbouw
Spanningen waren er wel eerder, maar tot 3 mei was de situatie nog nooit zo heftig geweest. ‘Ik was zendeling’, vertelt Haokip. ‘Dus we hadden wel geregeld tegenstand van de hindoebevolking. Zo konden we vaak geen kerken bouwen in gemeenschappen waar hindoes de macht hebben. We moeten dan samenkomen bij iemand thuis. Je kunt op veel plekken ook niet zomaar op straat het evangelie vertellen. Maar als je niet te veel opviel, liep je tot mei geen echt gevaar.’
‘Het gebeurde wel een keer dat we een kerk wilden bouwen in een plaats waar een aantal Meitei zich had bekeerd tot het christendom. De gemeenschap zei toen tegen ons: ‘‘Als je een kerk bouwt, verstoten wij de christenen uit onze gemeenschap. Jullie mogen hier dan niet blijven.’’’
Daar liet Haokip het niet bij zitten. Een van de mensen die christen waren geworden, had veel invloed onder de Meitei. ‘Hij sprak met de oudsten en leiders van de hindoegemeenschap. Wij baden voor hem. Door Gods genade kwamen ze tot een overeenkomst, waarna we toch een kerk mochten bouwen. We zagen daarin dat God ons bijstond.’
naar Nederland
Afgelopen zomer rondde Haokip zijn opleiding bij Tyndale Theological Seminary af. Hij mag nog een jaar in Nederland blijven werken en hoopt dat hij zijn vrouw en dochter naar Nederland kan halen. ‘Dat is echter niet zo makkelijk, dus ik ben nu aan het uitzoeken wat de mogelijkheden zijn.’ Hij zag zijn familie met Kerst 2022 voor het laatst. ‘Dit jaar kan ik hen waarschijnlijk niet bezoeken. Het is moeilijk om bij hen te komen vanwege de situatie. Ik ben algauw een week onderweg en moet veel omreizen. Als ik gepakt word door de Meitei, zullen ze me doden, gewoon omdat ik een Kuki ben.
Als ik mijn familie niet hierheen kan halen, zal ik toch terug moeten. Maar zolang ik hier nog ben, probeer ik aandacht te vragen voor de situatie in Manipur. Ik wil dat mijn stam weer veilig kan leven en dat er gerechtigheid wordt gedaan.’
Als ik toch terug moet, wil ik heel graag banden leggen met andere denominaties en meer gaan samenwerken. We hebben elkaar nodig.
Begin oktober was Haokip in Rome, voor de oecumenische gebedswake aan het begin van de Vaticaanse bisschoppensynode. ‘Er was een presentatie over gebieden waar christenen het moeilijk hadden; daar werden Manipur en India helemaal niet genoemd. Daar schrok ik van. Weet dan niemand wat er aan de hand is bij ons?’ Haokip hoopt dat de situatie van christenen in Manipur in de kerk niet aan de aandacht ontglipt.
Haokip wilde in Europa studeren omdat het hem aansprak dat christenen van verschillende denominaties samenkomen en bidden. ‘Ik wil meer ontdekken van het oecumenische perspectief, waarin christenen samenkomen en bidden, of ze nu protestants of katholiek zijn. In mijn gebied in India gebeurt dat veel minder. We gaan vaak alleen maar naar de kerk waar we lid van zijn; er zijn weinig oecumenische bijeenkomsten.’
Hij verblijft bij een rooms-katholieke parochie in Nederland en gaat daar nu ook naar de kerk. ‘Ik wilde graag leren van christenen uit andere denominaties en landen, en dat mee terugnemen naar Manipur. Als ik toch terug moet, wil ik heel graag banden leggen met andere denominaties en meer gaan samenwerken. We hebben elkaar nodig.’
Artikel overgenomen van het ND
(reacties naar www.info@jair-bijbelstudies.nl) Ida
Maak jouw eigen website met JouwWeb