Parasha Tazria - 2 Kon. 5 - Naäman gereinigd



Je moet zelf geslagen zijn met een vreselijke ziekte om te beseffen wat er door het hart van de legeroverste Naäman ging, toen hij ontdekte dat hij melaats was geworden. Dit betekende het einde van zijn leven: niet als een held op het slagveld, maar langzaam wegkwijnend, verstoten, veracht.
Maar Gods ontferming reikt verder dan Zijn uitverkoren volk.
Naäman, legeraanvoerder van de koning van Syrië, was in zijn land een belangrijk en gerespecteerd man : Naäman was de opperbevelhebber van een hardnekkige vijand van zowel Israël als Juda. Zijn vrouw had een dienstmeisje, een slavinnetje die bij de rooftochten vanuit Israël was meegenomen. Dat meisje vertelde haar meesteres over de profeet in Samaria die Naäman zou kunnen genezen
Naäman hoort, via dit slavinnetje, van de God van Israël en het doet hem zoveel dat hij, naar het in zijn ogen verachtelijke, Israël wil gaan in de hoop daar genezing te ontvangen. Naäman had zo weinig besef van God, dat hij zijn genezing van de koning van Israël zelf verwachtte. Koningen waren immers in die tijd vertegenwoordigers der goden?! Maar eindelijk komt hij toch bij Elisa, de knecht van God, terecht. Ha, nu zal het gebeuren! Wat een bittere teleurstelling wacht Naäman daar! In plaats van een indrukwekkend ritueel, koorzang en wierook en tal van priesters in schitterende gewaden, komt er alleen een knechtje van de Knecht naar buiten met de mededeling: „Ga heen en baad u zeven maal in de Jordaan, dan zal uw lichaam weer gezond worden...” Nee, Naäman voelt daar niets voor. Hij wil wel een behandeling ondergaan en dan kritisch afwachten of er wat gebeurt. Maar de God van Israël verwacht van hem een daad van geloofsgehoorzaamheid, zonder de zekerheid dat die met genezing bekroond zal worden! Woedend is Naäman, teleurgesteld in zijn verwachting! Maar dan spreekt God door Naämans eigen dienaren:
„Mijn vader, had de profeet u iets moeilijks opgedragen, zoudt u het dan niet doen? Hoeveel te meer, nu hij tot u gezegd heeft: Baad u en gij zult rein worden?”
Dus daalde Naäman af in het water en werd daarom rein! Naäman had precies gdaan wat Elisa hem had opgedragen. Daarom kunnen we zeggen dat zijn zevenvoudige onderdompeling in de Jordaan een stap van geloof was, vertrouwend op het woord van God via Zijn profeet. Het Hebreeuwse woord tabal טָבַל dat hier gebruikt is betekent werkelijk ' onderdompelen'.
Omdat melaatsheid een aandoening was die verborgen zonden openbaarde, spreekt de Bijbel niet over het ' genezen' ervan, maar wordt overal het woord ' reinigen' gebruikt.
Dit wonder, verricht zonder dat de profeet erbij was, gaf geen mensen, maar God de eer. Het was duidelijk dat de genezing van Jahweh kwam en niet van het soort magische bezwering die Naäman had verwacht.
Bijbels Dagboek 24 november (iets aangevuld)

Maak jouw eigen website met JouwWeb