Parasha Wajigash - Karen Strijker
Parasha Wajigash en hij naderde.
We lezen Genesis 44:18-47:27. Uit de Haftara lezen we Ezechiël 37:15-28 en we lezen Lukas 6:12-16.
Joséph יוסף stelt zijn broers op de proef en wil zien of zij nu voor hun vader zouden opkomen. Toen hij, Joséph, werd weggevoerd door de broers naar Egypte, hadden zij er niet bij stil gestaan wat het effect op Ja’aqobh יעקוב zou zijn wanneer zijn geliefde zoon niet terug zou komen. Zij hadden alleen aan hun eigen ergernis gedacht en wilden de voorspellingen van Joséph belachelijk maken; tenietdoen. Maar juist daardoor vindt God een weg om te laten geschieden wat moet gebeuren.
Voor ons als gelovigen is het niet altijd te begrijpen waarom die lijdensweg er soms is. Waarom moet die ‘graankorrel’ sterven om later weer op te staan in veelvoud… is er geen andere levensles…?
Hoe dan ook, ditmaal staan de broeders op de bres voor elkaar en niet de oudste zoon Reubhen, maar de vierde zoon Jehudah neemt het op voor Benjamin. Uit deze Jehudah (letterlijk: Godlover) zal later de grote Koning David komen en de beloofde Messias/Meshiach. Jehudah/Judah nadert Joséph zoals gezegd om voor Benjamins leven te pleiten (Genesis 44:9) na de vondst van de zilveren beker in diens meelzak.
Jehudah noemt zichzelf in vers 18 een knecht, een slaaf, abhad עבד. Hij is hiermee diep gezonken. Zoals hij en zijn broers Joséph in het verleden diep lieten zinken, letterlijk de diepe put in… Alle broers zijn hevig verschrikt en zingen een flink toontje lager. Joséph laat hen flink zweten met zijn acties en kunnen we hem ongelijk geven?
Dat ze Joséph eerder niet herkend hadden, zal liggen aan de Egyptische klederdracht en kohlzwarte eyeliner van die tijd. Ze kunnen het dan ook in eerste instantie niet geloven. Hij moet hen dichterbij roepen zodat ze het kunnen zien, wat lijkt dit enorm op de tijd van nu want Joséph is- en dat zegt hij in feite zelf in cryptische vorm- de voorgestalte van de Messias, Die ook niet herkend wordt door Zijn broers, het volk Israel. Hij moet hen eerst dichterbij roepen zodat ze het kunnen zien; eerst op Aliah עליה komen naar het Heilige Land, dicht bij Hem komen en dan ontsluiert Hij Zichzelf.
‘Leeft mijn vader nog,’ roept Joséph uit en dat wist hij toch want hij had het al met de broers over hun vader gehad! Wat wordt hier dan mee bedoeld? Veel commentaren zeggen dat Joséph in werkelijkheid bedoelt: ‘Wat hebben jullie gedaan, jullie hebben hem zoveel verdriet gedaan, heeft hij dit wel overleefd?!’ De vraag waarom de broers bij het zien van hun vaders verdriet om Joséph nooit hebben gezegd hoe de vork werkelijk in de steel zat, plus het feit dat Joséph in al die tijd in Egypte ook zelf blijkbaar nooit contact met zijn vader heeft gezocht, blijft in de lucht hangen.
Maar het is in Gods Plan, niet de broers hebben hem verkocht, maar God Zelf (45:7) om brood te geven aan hen. Weer is hier de parallel met de Messias, Die het levende Brood is (Johannes 6:35) en Joséph die als enige in de gehele toenmalige wereld brood te geven heeft.
Dan stuurt Joséph op dringend verzoek van de farao zijn broers naar hun vader om hem op te halen, ze krijgen prachtige geschenken mee, vooral Benjamin, het jongste broertje wordt goed in de watten gelegd; hij is de enige volle broer van Joséph.
Wat is de farao blij, hij en ook zijn dienstknechten. Duidelijk is dat Joséph zeer geliefd is en het blijkt nu dat deze voormalige slaaf wel degelijk een zeer voorname familie blijkt te hebben; werkelijk de kleinzoon blijkt te zijn van de grote Abraham! Maar wat als hij nu naar Kana’an terug wil gaan en Egypte verlaat, dan is de farao zijn slimme benefactor kwijt. Vandaar ook dat hij meteen zegt aan Joséph dat hij zijn vader moet gaan halen en heel zijn familie moet in Egypte komen wonen! Slimmerd..
Ezechiël vertelt de overbekende en beroemde profetie van de twee stukken hout: Israel; Joséph en Jehudah. Deze twee zullen tot één stuk worden, tot één volk. Heden ten dage wachten we hier nog steeds op. De verloren stammen van Israel, die verloren zijn gegaan omdat koning Shlomo van God is afgeweken, zullen terugkeren naar het Heilige Land, druppelsgewijs is dit al aan het gebeuren, God weet precies wie zij zijn en Hij zal er niet één vergeten.
In Lucas vergadert Jehoshua de twaalf discipelen, nu nog ruw materiaal, maar wanneer ze eenmaal echt vervuld worden met Zijn Heilige Geest, dan gebeuren er wonderen. Ze zien Hém al mensen genezen en het zal niet lang meer duren voor hetzelfde gebeurt door hun eigen handen en gebeden. Deze twaalf jonge mannen, meest vissers, zullen de tijd van hun leven hebben met Hem. De tijd zal het dan nog leren en wij kunnen nalezen hoe sterk in geloof elf van hen zullen worden door de vervulling met de Heilige Geest.
Shabat Shalom!
Karen Strijker
Maak jouw eigen website met JouwWeb