Slavernijwetten in de BIJBEL

Schilderij door Edward Poynter (1867) . De slaven van Israël in Egypte. Foto Wikimedia

Naar aanleiding van Parasha Mishpatim 

 De uittocht uit de Egyptische slavernij bereikte z’n hoogtepunt met het geven van het verbond aan een nieuwe natie van ex-slaven. Het volk van Israel droeg op hun lichamen en in hun zielen de onuitwisbare sporen van hun vroegere brutale en agressieve slavernij. Het volk van Israël bestond van oorsprong uit vrije mensen, en hun relatie met de Tora, moest er één zijn van vrijwillige naleving, niet gedwongen.

 

Als je een Hebreeuwse slaaf koopt, zal hij gedurende zes jaar dienen; maar op het zevende zal hij als een vrij man gaan, zonder betaling. (Exodus 21:2)

 

Het lijkt erop dat door het aanbieden van wetten met betrekking tot de slavernij, de Bijbel het vergoelijkt. Slavernij is walgelijk. Mensen werden door Europese handelaars in Afrika gevangen en als slaven naar Noord-Amerika ontvoerd. Daar werd goed mee verdiend. Deze mensen werden mishandeld, gekocht en verkocht, onderworpen aan allerlei wreedheden en de fundamentele menselijke waardigheden werden hen ontnomen. Waarom heeft de Tora wetten over slavernij gegeven?

 

De Bijbelse wetten over slaven zijn bedoeld voor de bescherming en het welzijn van de tot slaaf gemaakte mensen. De Israëlieten hadden net slavernij achter de rug. Ze hadden het meegemaakt in zijn ergste vorm. Het is logisch dat God die instelling zou aanpakken en regels geven om het  in stand houden van  mishandeling van slaven te voorkomen. God wilde niet dat de Israëlieten hun dienaars zouden behandelen op de manier waarop ze zelf waren behandeld. Dit kan worden vergeleken met een gewelddadig huisgezin waarin een zoon wordt geslagen door zijn vader.  Als de jongen volwassen is, slaat hij zijn eigen kinderen, want dat is de manier van ouderschap die hij van zijn vader leerde.

Jozef de slaaf van Potifar

De Bijbelse wetten van de slavernij zijn bedoeld om dat patroon van mishandeling van medemensen – en vooral van Zijn volk: de Israëlieten - te doorbreken. Slavernij was in de oudheid een normaal onderdeel van de economie. In die dagen was er geen muntstandaard, en de mensen hadden geen normale baan zoals wij dat kennen. De mensen leefden in de eerste plaats van het land. Dit betekende dat als je geen landeigenaar of onafhankelijke rijke was met eigen schapen en runderen, je waarschijnlijk geen zekere middelen had om met het gezin daarvan te leven.


Mensen kwamen door ziekte, ziektekosten of anderszins in de schuld, moesten hun stukje grond waarop voedsel werd verbouwd verkopen. Dan bleef er geen andere mogelijkheid over om in slavendienst te gaan. In andere landen worden kinderen soms door de ouders als slaaf (soms zelfs als seksslaaf) verkocht, zodat men met de opbrengst daarvan de rest van het gezin te eten kan geven.

Het concept van in huurdienst werken was riskant, gold slechts voor korte tijd en bood geen garanties. Er waren geen arbeidswetten, minimumlonen of pensioenplannen.

Voor de lagere klasse die geen grond bezat, was dienstbaarheid een aantrekkelijke optie. Het bood de verwerving van zinvolle vaardigheden, levenslange werkgelegenheid, voedsel en onderdak voor de kostwinner met zijn gezinsleden. 

In de meeste samenlevingen echter, hadden slaven geen rechten. De Tora verandert dat. Volgens de wetten in deze sidra, moesten slaven worden behandeld als gehuurde dienaren en niet als het eigendom van een ander.  Na zes jaar van dienst, moest een slaaf de mogelijkheid krijgen om vrij te komen. Sommige slaven kozen ervoor om bij een goede werkgever te blijven.

 

De Bijbelse wetten van de slavernij werden ontworpen om het soort slavernij, die veel zwarte Amerikanen in Noord-Amerika voorafgaand aan de burgeroorlog hadden ervaren, te voorkomen. In de Tora stond ontvoerders de doodstraf te wachten (Exodus 21:20). Als iemand zijn slaaf ernstig verwondde, moest de slaaf onmiddellijk worden vrijgelaten (Exodus 21:26-27). Als een slaaf door zijn eigenaar wordt gedood, wacht die man de doodstraf (Exodus 21:16).

Toch zou men kunnen zeggen dat er sinds de slavernij is afgeschaft, de Bijbelse wetten voor slavernij voor de moderne wereld verouderd zijn. Dat is niet zo. Als we bedenken dat wat slaven in de Bijbelse periode waren, deze in de huidige economie in zekere zin overeenkomen met de werknemers in onze tijd, kunnen we een aantal dingen leren over Gods hart voor hoe we onze medewerkers behandelen. De Tora wil dat wij hen rechtvaardig en loyaal behandelen, met  waardige beloning.

We kunnen niet zeggen dat de slavernij en mensenhandel in zijn algemeen is afgeschaft. Het is in een andere vorm, maar niet minder wreed, teruggekomen. Het speelt zich ook niet af in alle openheid, maar in het duistere circuit.

Er worden in deze tijd veel kinderen en vrouwen geronseld voor de ‘seksindustie’.  Vrouwen uit andere landen wordt een mooie baan beloofd als mannequin bijv., maar eenmaal in Nederland belanden ze in de prostitutie, waaruit het moeilijk is los te komen.

Kinderen uit kwetsbare situaties, verdwijnen in de pedofiliebranche. Transacties waarbij niet het minst ‘hooggeplaatste personen’ zijn betrokken.

Arme mensen die tegen betaling kinderen verwekken om die te verkopen aan westerse echtparen met een kinderwens. De tussenpersonen zijn handelaars die er flink aan verdienen.

Ik ben YAHWEH, uw God, Die u uit het land Egypte, uit het slavenhuis, geleid heeft (Exodus 20:2).

Met deze tekst introduceert de Bevrijder YAHWEH, de 10 geboden. Hij is de Bevrijder uit de slavendienst.  

Eigenlijk is de hele wereld in slavernij. De slavernij van de zonde. Satan is de slavendrijver bij uitstek! We zijn in zonde geboren, dat hebben we geërfd van de eerste mens, die gevallen is.  Daarom kan het niet anders of we gaan zondigen. Dat is de oorzaak van alle pijn en moeite hier op aarde. Dat is ook de oorzaak dat we uiteindelijk gaan sterven. We zijn namelijk door onze geboorte slaaf van de satan, die de eerste mens tot zonde heeft verleid. We hebben deel aan zijn veroordeling tot de hel. 
Van hem zegt Gods Woord:

….die was een mensenmoordenaar van het begin af, en staat niet in de waarheid, want er is in hem geen waarheid. Wanneer hij de leugen spreekt, spreekt hij vanuit wat van hemzelf is, want hij is een leugenaar en de vader van de leugen (Joh 8:44).

 

Satan wil dat wij het kwade doen, dat we haten en liegen. Hij wil ons los van God en tot tegenstanders van God maken.  Hij wil uiteindelijk dat het mensdom hem gaat aanbidden.

Satan is een slavendrijver bij uitstek. Hij zorgt ervoor dat mensen aan van alles verslaafd worden. Hij is dan ook de drijvende kracht achter de slavernij zoals deze in de wereld vorm heeft gekregen.
We kunnen vrij van hem komen als wij ons leven overgeven in handen van onze Bevrijder Yeshua Adonai. Dan zijn we van Hem en veilig!

God leert ons in Zijn Woord dat als slaven de kans hebben om vrij te komen van slavernij, zij die gelegenheid ook moeten aangrijpen (1 Korinthe 7:21). We moeten geen slaven van mensen worden! (1 Korinthe 7:23)

1 Korinthe 7:20-24

  1. Laat ieder blijven in de roeping waarin hij geroepen is.
  2. Bent u als slaaf geroepen, dan moet u zich daarover niet bekommeren. Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik.
  3. Wie namelijk als slaaf geroepen is in de Heere, is een vrijgelatene van de Heere. Evenzo is hij die als vrije geroepen is, een slaaf van Christus.
  4. U bent duur gekocht; word dus geen slaven van mensen.
  5. Laat ieder voor het aangezicht van God blijven, broeders, in de staat waarin hij geroepen is.

Kunt u echter ook vrij worden, maak dan liever van die gelegenheid gebruik.  1 Kor.7:21b

Ook binnen geloofsgemeenschappen kan men elkaar bepaalde leringen en gewoonten dwingend opleggen.  Daarvan zegt Paulus: “Galaten 5:1 Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten”.  Paulus doelde hiermee op de rabbinale wetten, waaronder de besnijdenis, die aan Gods wet werden toegevoegd.

Paulus benoemt zichzelf als:
Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God.
– Romeinen 1:1 (HSV)
Het Griekse Woord voor dienstknecht is 'doulos'.  Dat woord betekent eigenlijk 'slaaf'. De keuze voor 'dienstknecht' is voor rekening van de vertaler. Paulus stelt er een eer in om een slaaf van Yeshua te zijn, van wie hij ook een broeder is. Hij mag de Koning der Koningen dienen en dat doet hij graag. 

Maar welke keus maakte Yeshua:
Filippenzen 2:5-11

5. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was,
6. Die, terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn,
7. maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.
8. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.
9. Daarom heeft God Hem ook bovenmate verhoogd en heeft Hem een Naam geschonken boven alle naam,
10. opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn,
11. en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.

Yeshua vernederde zich tot slaaf om Zijn broeders (en zusters) vrij te maken van de macht der zonde, het wapen van satan. Wat houdt ons tegen om Hem tot in eeuwigheid te dienen?

 

Een artikel van First Fruits of Zion, bewerkt en aangevuld door 

Maak jouw eigen website met JouwWeb